De opbouw van de VVTO-leerlijn
Samengevat ziet onze VVTO-leerlijn er als volgt uit:
In groep 1 en 2 zijn het opbouwen van een basiswoordenschat, het leren verstaan van de doeltaal en het leren spreken op woordniveau van belang. Kinderen leren spelenderwijs en mondelinge communicatie en taalbegrip staan centraal.
In groep 3 en 4 wordt voortgebouwd op de basis die in de kleuterbouw is gelegd dus langzamerhand komt er de overgang van luisteren naar spreken. In deze fase staan woordenschatuitbreiding, het leren begrijpen en spreken van korte zinnen (zinsbegrip) en korte verhalen (tekstbegrip) en uitbreiding van de spreekvaardigheid centraal.
In groep 5 en 6 ontstaat de overgang van mondelinge naar schriftelijke taalvaardigheden. Ook het lezen en schrijven komen nu langzamerhand (eenvoudig en gestructureerd) aan bod. Op deze leeftijd is het mogelijk een vvto project met buitenlandse scholen op te zetten. Dit blijkt een enorme stimulans om goed in de doeltaal te leren schrijven.
In groep 7 en 8 worden de schriftelijke taalvaardigheden (lezen en schrijven) verder uitgebreid en wordt het accent verlegd naar actief schriftelijk taalgebruik. Alle vier taalvaardigheden worden nu intensief geoefend en het accent ligt op het functionele, dagelijkse taalgebruik. Er wordt ook grammatica in de vreemde taal aangeleerd waarbij het praktische aspect centraal staat.